Gebit
​
Veel katten – ook jonge katten – hebben last van problemen met het gebit. Hoewel er bij gebitsproblemen soms duidelijke verschijnselen optreden – zoals kwijlen, gewichtsverlies, pijnreacties bij aanraking op de kop of minder eten – laten de meeste katten met gebitsproblemen weinig merken, met name in het beginstadium. Hoe eerder een gebitsprobleem wordt behandeld, hoe kleiner de kans op blijvende schade.
Wij raden om om elk jaar het gebit van elke kat te laten controleren. Een inspectie van het gebit van een wakkere kat geeft vaak een eerste indruk van de toestand van het gebit. Aan de hand hiervan kan geadviseerd worden of het wel of niet nodig is om een afspraak te maken voor een gebitsbehandeling. Een definitieve beoordeling van het gebit en de behandeling kan pas plaatsvinden onder narcose.
Tandsteen, tandvleesontsteking en parodontitis
In veel gevallen is de oorzaak van de problemen de vorming van tandsteen. Tandsteen is een bruine harde aanslag op de tanden en kiezen. Tandsteen veroorzaakt in eerste instantie ontstekingen van het tandvlees. Hierdoor kan het tandvlees er gezwollen en rood uit gaan zien. Deze ontstekingen kunnen uiteindelijk leiden tot aantasting van het kaakbot, oftewel parodontitis. Ook kunnen bacteriën vanuit het ontstoken tandvlees via het bloed terecht komen in andere organen en daar voor ernstige ontstekingen zorgen.
Het is uiteraard het beste om tandsteenvorming te voorkomen. Tandsteen ontstaat door het uitharden van tandplak. Preventief kan daarom tandsteenvorming worden verminderd door tandplak te verwijderen met bepaald dieetvoer en/of poetsen van de tanden.
Eenmaal gevormd hard tandsteen is helaas niet zomaar weg te poetsen of weg te kauwen. Om tandsteen van het gebit te verwijderen is een gebitsbehandeling in de dierenkliniek nodig. Bij deze behandeling wordt onder algehele anesthesie het gebit weer perfect schoongemaakt. Na het verwijderen van het tandsteen worden de tanden en kiezen gepolijst om de vorming van nieuw tandsteen te vertragen.
Tandresorptie
Een andere gebitsaandoening bij katten is tandresorptie. Bij tandresorptie ontstaan er gaten in de tanden of kiezen, maar niet door cariës / tandbederf zoals bij mensen. De oorzaak van tandresorptie is nog niet helemaal bekend. Wel is duidelijk dat ontstekingen het ontstaan van de gaten versnellen. Deze aandoening kan leiden tot veel pijn. Helaas zijn aangetaste tanden en kiezen niet te repareren. Het trekken van gebitselementen met tandresorptie is de enige therapie.
Persisterende melktanden
Normaal gesproken worden de melktanden van katten vervangen door de blijvende elementen op een leeftijd tussen de 3 en 6 maanden. Doordat de blijvende tand of kies tegen de wortel van het melkelement aandrukt, lost de wortel op. Zodra de wortel geheel opgelost is, valt deze uit de kaak. Op dezelfde plek komt vervolgens het blijvende element te voorschijn. Soms verloopt dit proces niet goed en komt het blijvende element te voorschijn naast het bijbehorende melkelement. Meestal gebeurt dit bij de hoektanden. Wanneer het melkelement en het blijvende element tegelijkertijd zichtbaar zijn, wordt gesproken van een persisterende melktand. In dat geval moet de melktand getrokken worden om ontstekingen en aantasting van de kaak en het blijvende element te voorkomen.
​